Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Wij waren ingevallen tegen het zuiden van [19]de Cherethieten, en op hetgeen van Juda is, en [20]tegen het zuiden van Kaleb; en wij hebben Ziklag met vuur verbrand. 19. Dat is, der Filistijnen, gelijk men kan afnemen uit vs.16. Aldus worden de Filistijnen ook genaamd Ezech.25:16; Zef.2:5. 20. Dat is, tegen het zuiden des lands, waar de nakomelingen van Kaleb woonden. Zie Joz.14:13, en Joz.15:13.